Psalmenconcert
Hör mein Bitten
Zondag 10 april 2022
16.00 uur
Sint-Quintinuskathedraal
Vismarkt, 3500 Hasselt

Uitvoerders
Kathedraalkoor Hasselt
Karlijn Noten, sopraan
Paul Steegmans, orgel & piano
Algemene leiding: Ludo Claesen
Reservatie
Reserveer online!
Uitpas Hasselt
Voor Hasselt geldt een nieuwe UitPas-regeling
De UiTPAS is nu een spaar- en voordelenkaart voor vrije tijd (sport, cultuur…).
Je kunt punten sparen bij deelname aan een UiTPAS-activiteit.
Die punten kun je ruilen voor voordelen zoals kortingen, cadeaus of gratis tickets.
Het Kathedraalkoor werkt mee aan het nieuwe project.
Door onze concerten te bezoeken kunt u punten sparen.
Meer op de website van de stad Hasselt
Programma
Het programma is opgebouwd rond Psalm 55:
Ik zeg:
‘wie gunt mij een wiekslag als een duif?
ik zal vliegen, ergens wonen!-
zie, ik zal vluchten ver weg,
Vernachten in de woestijn
Het gebed van een individu in benauwenis is nog altijd actueel:
een mens in nood, een vluchteling, een mens aan de rand van de
maatschappij…

Naar een cover van Time Magazine
Een meisje, van haar ouders gescheiden, aan de Mexicaans-Amerikaanse grens
Cantique de Jean Racine | Gabriel Fauré |
Prélude voor orgel Eeuwig stijgen zijn naar U | Paul Steegmans |
Heer, wees Gij het doel | Paul Schollaert |
Domine, non est exaltatum cor meum | Ludo Claesen |
Pater noster | Jules Van Nuffel |
Bleib bei uns Herr | William Monk |
Abendlied | Josef Rheinberger |
The Lord's Prayer | Albert H. Malotte |
The Lord Bless You and Keep You | John Rutter |
Cantata for Lent II – Hear my Prayer | Ludo Claesen |
Hör mein Bitten | Felix Mendelssohn |
Miserere mei, deus | Raphealla Aleotti |
Lord have Mercy | Felix Mendelssohn |
I have touched the Face of God | Noel Goemanne |
Psalm 55
Hör mein Bitten
Leen het oor, God, aan mijn gebed,
verberg u niet
voor mijn smeken om genade!
Vermoedelijk heeft Koning David – die
zowel leeuw als beer heeft verslagen, Goliath heeft gedood, de
Filistijnen en andere vijanden het hoofd bood - het in deze psalm
over verraad in eigen rang, mogelijk van zijn zoon Absalon en zijn
raadgever Achitofel, eens zijn 'vriend en gelijke'.
De klacht eindigt met een belijdenis van vertrouwen.
Hertaling
Aan vaste zeden en tijden gehecht
aan huis en haardstee
ben ik een zwerver geworden
een opgejaagde, een vervolgde.
Ik wou een duif zijn,
opvliegen naar veilige oorden.
Ben een hond geworden,
ben wind voortstormend.
Ben de stad ontvlucht
van de gespleten tongen,
spraakverwarring, schelden,
geweld van woorden, die stad,
van dreiging en bedrog op de markt
in sloppen en paleizen.
En om mijn enige ben ik gevlucht,
die mij niet hoonde en haatte,
die mijn maat was, mijn vertrouweling
met wie ik
over god en dood kon praten
maar zij sponnen hem in
in hun verhalen, god verdoem ze,
en hij viel mij af.
Ochtenduren, middag, avond
lig ik te kreunen
van angst en pijn.
Mijn god woont in een schone naam:
'Voor jou zal Ik er zijn.'
(Huub Oosterhuis, 150 Psalmen vrij)